Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeiden zijn knechten tot hem: Zie toch, wij hebben gehoord, dat de koningen van het huis Israels [44]goedertierene koningen zijn; laat ons toch zakken [45]om onze lenden leggen, en [46]koorden om onze hoofden, en uitgaan tot den koning van Israel; mogelijk zal hij [47]uw ziel in het leven behouden. 44. Hebreeuws, koningen der goedertierenheid, of, weldadigheid. 45. Zij wilden met dit teken te kennen geven dat zij den dood verdiend hadden, en riepen om genade, als met groot leedwezen en deemoedigheid des harten. Zie Gen.37:34. 46. Dewelke ook heden de misdadigers aan den hals somtijds hebben moeten, tot een teken dat zij den dood waardig zijn. 47. Dat is, persoon; alzo in het volgende. Zie boven, hfdst.19 vs.4.